Het land van de Dogon
De vallei van de Dogon behoort tot het werelderfgoed van UNESCO en kenmerkt zich door de vele zandduinen en de typische dorpjes die tegen een tweehonderd kilometer lange en 200 meter hoge dorpswand geplakt lijken te zijn. In dit gebied kunt u vele mooie trektochten wandelingen maken, zoals een afdaling vanaf de hoogvlakte waar het dorpje Djiguibombo ligt, naar de vallei, waar u uitkomt bij het dorpje Kani Kombolé.
De vallei is het leefgebied van de Dogon, één meest interessante bevolkingsgroepen van Mali. Ze vluchtten in de vijftiende eeuw naar dit gebied tegen de dreiging van de Islamitische invasies. Daardoor zijn zij in staat geweest hun culturele en religieuze tradities te behouden en hebben ervoor gekozen de invloeden van de moderne wereld te weerstaan. De zaken, waar ze aan hechten, zijn geworteld in de aarde en hemel, in jeugd en ouderdom en in leven en dood. Huwelijken worden soms al voor de geboorte van een kind gearrangeerd. Via maskers, muziekinstrumenten en rituele dansen brengen zij hun geloof tot uitdrukking. Zij worden geroemd om hun abstracte kunstwerken, de geometrische ontwerpen in hun houtsnijwerk en maskers inspireerden onder meer de jonge Picasso.
Water, dat leven geeft aan dit droge land, wordt vereerd en is een belangrijk symbool in de Dogon gemeenschap. Dogon boeren hebben groene oases gecreëerd rond hun dorpen door ingenieuze irrigatiekanalen te graven. Ze verbouwen maïs, graan en uien, en hoeden geiten en schapen. Er zijn ongeveer 450.000 Dogon.