De nomaden van het oosten
Om er te komen moet u heel wat bergpassen bedwingen. Maar het is de inspanning zeker waard. In het geïsoleerde en zelden bezochte oosten van Bhutan wacht een nieuwe wereld. Misschien nog wel mysterieuzer dan de rest van het land. Op het hoogste punt van Bhutan's hoogste bergpassen klapperen gebedsvlaggen in de wind. Minder fel van kleur dan ze ooit waren. Toch vormen ze hier, op meer dan drieduizend meter hoogte, een vertrouwde verschijning voor reizigers die Bhutan doorkruisen. Wie verder trekt naar het oosten, vindt vooral verschil.
Want Oost-Bhutan lijkt soms een land op zich. Hier trekken de nomadische Merak en Sakteng (Brokpa's) met hun vee door de hooglanden. Waar ze ook gaan, deze oorspronkelijk uit Tibet afkomstige jakherders dragen hun eigen culturele tradities met zich mee. Gehuld in vilten jassen en met karakteristieke zwarte hoed weten de Brokpa's zich te onderscheiden. In het najaar verzamelen ze zich tijdens hun festival voor de godin van de bergen, Jomo Kuengkhar. Door haar te vereren hopen ze op voorspoed in het gebergte, dat hun thuis is.
Toch hoeven reizigers niet ver de Himalaya in om hen te ontmoeten. De Brokpa's volgen de seizoenen. In de winter trekken ze naar het dal. Op de grote markt van Trashigang, een stad op de handelsroute naar Tibet, verhandelen ze al eeuwenlang hun producten. En hier kunt u een stukje verse jakkaas kopen.