Verborgen valleien
Door pieken van ruim vierduizend meter bleven valleien eeuwenlang van elkaar gescheiden. Een uitwisseling van culturele tradities was onmogelijk. Resultaat: ieder dal heeft tot op de dag van vandaag haar eigen unieke karakter. De Paro vallei vulde zich in de loop der jaren met tempels en kloosters, onderling verbonden door uitgestrekte rijstvelden. Paro behoort tot het meest vruchtbare deel van Bhutan. Een vallei die u zeker niet mag overslaan als het gaat om natuurschoon is de Haa vallei, slechts te bereiken via de Chele-la pass, met 3988 meter een van de hoogst begaanbare passen ter wereld.
In de Phobjikha vallei trekt het imposante Gangtey klooster alle aandacht. Reizigers die het dal wandelend, of per mountainbike doorkruisen kunnen al op afstand genieten van het uitzicht op dit indrukwekkende bouwwerk. Het Gangtey klooster is ook het toneel voor het jaarlijkse Blackneck Crane festival. De zeldzame zwartnek kraanvogel overwintert in Phobjikha en heeft een belangrijke rol in de mythen en legenden die in de vallei circuleren.
Natuur en cultuur ontmoeten elkaar wel vaker in de valleien van Bhutan. Zelfs in het ongerepte Bhumtang, een verzamelnaam voor vier valleien: Chumey, Choekhor, Tang en Ura. Rijstvelden maken hier plaats voor beboste hellingen met rododendrons en naaldbomen. Ideaal voor de takin, een zeldzame valleibewoner die qua uiterlijk nog het meest lijkt op een kruising tussen een geit en een koe. Maar naast bijzondere natuur is Bhumtang ook met cultuur gevuld. Legendes echoën tussen de steile bergwanden van valleien waar inwoners het boeddhisme combineren met het animistische geloof van hun voorouders. Goeroe's mediteerden hier, lieten heilige gronden achter en creëerden pelgrimsplaatsen. Daardoor bieden de valleien een bijzondere cocktail van natuur en cultuur die met goed fatsoen eigenlijk niemand kan afslaan.