Zwarte thee met boter en zout
Een kop thee als ontbijt. Wat vertrouwd klinkt, krijgt in Bhutan een onverwachte bijsmaak. Want behalve thee gaat er een flinke klont boter en een schep zout in de pot. Boterthee vult de maag en verwarmt het lichaam. Essentieel voor iedereen met een lange dag in de bergen voor de boeg. Voor veel Bhutanezen staat deze drank dus dagelijks op het menu. Maar ook reizigers worden erop getrakteerd. Passeert u een bergdorp dan krijgt u ongetwijfeld een kop boterthee gepresenteerd. Met zelfgemaakte jakboter. En ook aan het eind van een lange dag wandelen wacht een kop thee. De smaak is misschien even wennen, maar het geeft de broodnodige energie.
Toch, van thee alleen kan niemand leven. En dus dragen uw Bhutaanse gidsen nog wat mee voor onderweg, gedroogd jakvlees. Ook hier hebben de praktische aspecten minstens zoveel invloed op de populariteit van dit streekproduct als de smaak. In veel huizen hangt het vlees te drogen in de gang. Het is makkelijk mee te nemen en lang te bewaren. Een uitdaging voor de kaakspieren, dat wel. Wie logeert bij een boerenfamilie in Bhutan kan behalve een kop boterthee en een stuk gedroogd jakvlees ook nog rekenen op een kop arra, zelfgestookt rijstbier. Perfect om de pittige smaak van de veelgebruikte groene pepers weg te spoelen.